Marcello was net zo verrast toen hij zijn redder zag, als dat zijn overrompelaars waren. Het was een klein ventje, maar zijn arm ging als een bezetene op en neer op het hoofd van een van de mannen, toen Marcello door had dat de ander, sloom als hij was, er nog steeds maar wat bij stond te kijken. Marcello rende naar voren, en droef zijn vuist in de maag van de man. Toen die voorover sloeg, gaf Marcello een knietje tegen zijn neus. Die zou voorlopig niets zien, dan wel door de tranen die in zijn ogen spoten, dan wel door het feit dat Marcello een heel harde knie had. Tijd om zijn redder te helpen, want hij zag eruit alsof hij nauwelijks nog kracht had om zich vast te houden. Zijn arm ging al minder hevig op en neer, vermoeid door de zware steen. De man waar hij op zat die kon nauwelijks overeind blijven, laat staan zijn belager van zijn rug halen. Marcello rende, lichtjes hijgend, naar de man. Hij gaf een knikje naar zijn redder, die zo snel mogelijk van de rug afsprong, zo de man naar Marcello duwend. Door de gecombineerde kracht van de duw, en Marcello's sprint, was de klap zo hard dat Marcello's hand brak. Maar de man, was waarschijnlijk ook dood. Zijn hoofd was al bebloed door de de steen, en daar zaten nu ook een paar gaten in. Hetgeen wat het meest opviel was toch verreweg de deuk die nu zat waar zijn neus had moeten zitten. Er stak een stuk bot uit tussen de ogen, waar de neus maar een beetje plat bij hing. Marcello viel naast de man op zijn knieën, zijn pols dicht tegen zijn borst aan houdend, terwijl de tranen hem in de ogen prikten. Hij nam diep adem, schudde zijn hoofd en sloot de pijn buiten. Hij zat een volledige halve minuut zo, voordat hij zich genoeg gefocust had om de pijn buiten te kunnen sluiten zonder te mediteren. Dit zou hij later wel verhelpen. Hij zag dat zijn redder hem geschokt bestudeerde. "Dit heb je zeker wel verdiend, ik contacteer je later." zei Marcello terwijl hij een buideltje uit zijn vele zakken haalde. "10 goudstukken.." zei hij nog voordat hij zich abrupt omdraaide. Hij deed zijn handschoen van zijn rechterhand, de pijn die nog wel doorkwam verbijtend. Hij zag dat het vel rondom zijn knokkels kapot was. "Geweldig..." mompelde hij. Hij haalde een beetje verband uit zijn zak, en deed zijn handschoen weer aan. Maar dit was een andere handschoen, eentje die zijn hand in een positie dwong alsof hij iemand de hand ging schudden. Zo zou hij er minder last van hebben, en er geen onnodige bewegingen mee maken. Het uitdoen zou wel weer rot worden. Ondertussen was hij bij Jadira aangekomen, die nu echt te geschokt was om tegen te stribbelen. Pissig door de pijn en het feit dat het altijd maar weer op vechten uitdraaide met die dronkenlappen die denken met hun kruis, leidde hij Jadira naar de smederij. Sertes die was weer eens de hort op, en joost mocht weten wanneer, en of hij, terug zou komen. Hij wenkte de leerling om voor Jadira te zorgen, waarna hij naar Sertes' kamer ging. Daar ging hij achter het bureau zitten, zette Sertes' baret op en nam een kijkje naar zijn hand.
_________________ She's cocaine,heroin,alcohol and vicodin She's my addiction, my addiction She's cocaine,heroin,alcohol and vicodin She's my addiction, my addiction
|